The Library
Van alle dagelijkse activiteiten dient deze non-activiteit, dit terugtrekken in meditatie, de belangrijkste te worden. Het zou het middelpunt moeten zijn waar al het andere omheen cirkelt.
4.4.1.1... Meditatie is voor elk mens van essentieel belang, want zonder meditatie bevinden we ons te ver van ons goddelijke centrum om te kunnen begrijpen wat het beste is dat het leven ons te bieden heeft...
4.4.1.2,Spiritualiteit bevindt zich binnenin ons. Als we dat niet voelen, moeten we dieper zoeken, onder de zwakheden, fouten, hartstochten en verlangens van het ego. Spiritualiteit is er nog steeds, maar er moet wel op de juiste manier naar gezocht worden. Daarbij vinden we hulp in de woorden van diegenen die haar al gevonden hebben.
4.4.1.3Het bewustzijn dat voorbij het gewone dagelijkse bewustzijn ligt, kan alleen na een gedisciplineerde training van de geest bereikt worden. Deze training onderdrukt de bedrijvigheid van onze gedachten en verdrijft ons extroverte wereldse karakter.
4.4.1.5Het komt erop neer dat wat mensen proberen te vinden door veel boeken te lezen, al op hen wacht in henzelf, om ontdekt te worden door regelmatig te mediteren.
4.4.1.6Dit idee of geloof, dat we ergens naar toe moeten, iemand ontmoeten, iets lezen om ons leven een invulling te geven is de eerste en laatste vergissing. Zowel in het begin als aan het eind staat ons niets anders te doen dan te gehoorzamen aan het aloude gebod: ”KIJK NAAR BINNEN”.
4.4.1.7De zuiver intellectuele benadering van het Overzelf kan nooit de psychologische ervaring ervan vervangen. Dit laatste moet de overhand hebben.
4.4.1.15Een principe van de filosofie is dat wat we kunnen weten wordt beperkt door wat we zijn. Een diepzinnig mens kan diepe waarheden leren kennen, maar een oppervlakkig mens nooit. Dit is een belangrijke reden om te gaan mediteren.
4.4.1.16Wanneer er iets in ons ontwaakt, een drang om meer van onze spirituele natuur te ontdekken, dan is meditatie één van de beste manieren om aan de slag te gaan.
4.4.1.22Het gadeslaan van de inhoud van onze gedachten en ons volledig van hun aard, oorsprong en effect bewust worden, heeft betekenisvolle gevolgen.
4.4.1.24Elke dag een tijdje mediteren om de geest te concentreren en tot rust en klaarheid te brengen, alvorens met de studie van filosofie te beginnen, is een goede gewoonte die de studie ten goede komt.
4.4.1.25Bidden helpt ons, maar er is ook een methode nodig die niet alleen nóg dieper in het menselijk hart doordringt maar die ons ook helpt om het ego tot zwijgen te brengen. Deze methode bestaat uit het beoefenen van contemplatie.
4.4.1.26Om het karakter te veranderen en het bewustzijn te verruimen is meditatie onmisbaar.
4.4.1.27Ons in de innerlijke Stilte terugtrekken: wat kunnen we als mens beter doen? Want het wijst ons naar het doel, en geeft ons richting en steun bij het vinden ervan.
4.4.1.34… meditatie is van essentieel belang wanneer we de gevoeligheid en intuïtie willen ontwikkelen, die zo'n belangrijke rol op deze Zoektocht spelen.
4.4.1.35Zowel de noodzaak als de rechtvaardiging van meditatie ligt hierin, dat we zo door onze eigen gedachten in beslag genomen worden, dat we ons nooit bewust zijn van de geest waaruit ze voortkomen en waarin ze verdwijnen. Het proces deze gedachten te verstillen, ook wel diepe meditatie genaamd, maakt dit bewustzijn mogelijk.
4.4.1.36Zolang we onze gedachten niet de baas zijn, sluit de persoonlijke beleving van het moment ons af van de realiteit.
4.4.1.38Psychologische methoden zijn niet minder noodzakelijk dan religieuze oefeningen. Ons gedachteleven is gewoonlijk verward, zonder focus en rusteloos. Door regelmatig alleen en in stilte te mediteren wordt ten eerste het karakter verbeterd en ten tweede de weg naar bewustwording van het hogere zelf geopend.
4.4.1.44We hebben nooit geleerd om onze geest stil te houden, zoals we dat soms met ons lichaam doen. Het is de allermoeilijkste, maar ook de meest bevredigende opgave…
4.4.1.47,Wij westerlingen moeten leren een einde te maken aan onze onophoudelijke rusteloosheid, het dagelijks ongeduld dat ons steeds tot actie dwingt. We moeten ons trouw en regelmatig oefenen in het “wachten op de Heer” of mediteren. Zo zullen we steeds minder op onze eigen beperkte middelen vertrouwen en steeds méér op de oneindige wijsheid, macht en genade van de Heer, dat wil zeggen het Overzelf.
4.4.1.55Meditatie is niet langer beperkt tot een paar christelijke kloosters en oosterse ashrams, maar heeft zich verspreid onder niet-ingewijden over de hele wereld.
4.4.1.63… Het belang van meditatie kan overschat worden. Werken aan jezelf, je karakter en je neigingen, is óók belangrijk. De studie van de leer is net zo belangrijk. Zo komt er, uit al deze benaderingswijzen, een gerijpte, brede volwassenheid voort die de leerling voorbereidt op het herkennen en volledig accepteren van genade, wanneer die zich aan zou dienen.
4.4.1.82,Het doen van deze oefeningen is onontbeerlijk om de geest te trainen, om een gewoonte aan te leren die het uiteindelijk net zo makkelijk maakt om in een meditatieve stemming te komen, als dat het moeilijk is deze te bereiken in het begin.
4.4.1.98In de vroege geschiedenis van het Christendom was de rol van meditatie erg belangrijk en prominent aanwezig.
4.4.1.99Vroeger bleef het praktiseren van geestelijke stilte beperkt tot kloosters en abdijen, en werden leken hier onwetend over gehouden. Toen Miguel de Molinos deze situatie probeerde te veranderen, werd hij keihard onderdrukt.
4.4.1.102Er zijn verschillende soorten meditatie. De eenvoudige manier bestaat uit het zich concentreren op bepaalde gedachtes. De meer gevorderde manier bestaat uit het beoefenen van gedachteloosheid. De hoogste vorm bestaat uit het zalige versmelten van de geest met het Overzelf.
4.4.1.129De beginner moet er voor gewaarschuwd worden dat bepaalde vormen van concentratiebeoefening, zoals visualisatie of het reciteren van mantra’s, zowel als het leegmaken van de geest om leiding te kunnen ontvangen, niet verward moeten worden met de juiste manier van meditatie. Deze heeft geen ander doel dan het overgeven van het ego aan het Overzelf en gebruikt geen andere methode dan meditatieve bezieling, liefhebbende toewijding en geestelijke rust.
4.4.1.131Dat wat ik natuurlijke meditatie noem, dat wat spontaan ontstaat of voortkomt uit bewondering voor natuur of muziek, is niets minder waard dan de meditatie van een yogi en misschien zelfs meer, omdat er geen kunstmatige inspanning om iets te bereiken aan te pas komt. Wij voelen hoe ons innerlijke wezen in een heerlijke stemming terecht komt, een samensmelting van gevoelens van stilte, vrede, kennis en welwillendheid.
4.4.1.135Meditatie verheft zich naar het juiste niveau wanneer we alleen nog maar denken aan de relatie tussen onszelf en het Overzelf, en meditatie komt op het allerhoogste niveau wanneer we zelfs dit idee laten vallen en aan niets anders denken dan aan het Overzelf.
4.4.1.138De kunst van het mediteren is uiteindelijk een kwestie van het bereiken van een steeds diepere laag in onszelf, totdat we doordringen tot voorbij het ego en het zuivere Zijn binnentreden.
4.4.1.139Als je meditatie onder de knie wilt krijgen, moet je twee fundamentele voorwaarden onthouden. De eerste is om je aandacht steeds weer terug te brengen zodra deze afdwaalt. De tweede is om er steeds dieper en dieper in door te dringen, totdat je de stille Leegte bent binnengegaan. Laat jezelf uiteindelijk één worden met de Leegte.
4.4.1.145Ten eerste houden we de geest stil totdat zijn voortdurende veranderingen tot rust zijn gekomen; ten tweede wordt het dan mogelijk de geest zich met het Overzelf te laten identificeren.
4.4.1.146De eerste stap is om onze wilskracht te gebruiken om gedachten te vangen en vast te houden. De tweede stap is het naar binnen richten van de aandacht; weg van de wereld van de vijf zintuigen.
4.4.1.147Gedurende meditatie streven we er allereerst naar om de geest te bevrijden van wereldlijke zorgen en persoonlijke verlangens, zodat we een leeg en schoon vat worden dat klaar is om het goddelijke te ontvangen, als en wanneer dat goddelijke zich door onze bereidheid daartoe laat overhalen.
4.4.1.152Het is zaak om de aandacht meer en meer naar binnen te leiden, tot het gebied voorbij onze gedachten, daar waar enkel het in-vrede-zijn onze aandacht vasthoudt en vervult.
4.4.1.164De goddelijke essentie bevindt zich in onszelf, en niet ergens anders. Dit laat ons zien waar we die essentie dus dienen te zoeken. Onze aandacht dient – tezamen met de belangstelling en het verlangen die haar drijven – van de uiterlijke wereld afgewend te worden.
4.4.1.173Alleen wanneer we volledig opgaan in dit ene idee, zonder ook maar aan iets anders te denken, kunnen we zeggen dat we een mate van concentratie bereikt hebben, het eerste stadium ervan.
4.4.1.227De tweede fase breekt niet aan tenzij we stoppen met er alleen maar aan proberen te denken en beginnen de aanwezigheid ervan te voelen, onze energie van het hoofd naar het hart laten zakken, en van de aanwezigheid te houden zodra we die voelen. Aan deze liefde geven wij uitdrukking door ons gezicht een blijde glimlach te laten aannemen.
4.4.1.228Wij beginnen pas écht te mediteren wanneer we onze gevoelens en gedachten in onszelf tot stilte kunnen brengen. Tot dan zijn wij slechts aan het uitzoeken hoe we deze situatie kunnen bereiken.
4.4.1.229Gedurende de eerste twee fases moet men wilskracht gebruiken, want de aandacht moet niet alleen langs bepaalde banen geleid worden, maar dient ook steeds dieper door te dringen. Pas als de grens van de derde fase bereikt is houdt al dit werk op en kan het gebruik van de wil achterwege worden gelaten. Het enige wat nog nodig is, is een volledige overgave van de wil en een passief toegeven aan het Overzelf.
4.4.1.247Wanneer meditatie zich tot overpeinzing verdiept, dringen wij door tot in het stille centrum van ons zijn, tot daar waar zich het beste deel van onszelf bevindt: het Overzelf.
4.4.1.262Meditatie kan een nuttig, behulpzaam of constructief doel vervullen, maar zal haar hoogste doel slechts bereiken wanneer het zichzelf transformeert tot contemplatie – dat wil zeggen, totdat het overgaat van een activiteit die inspanning kost naar een ervaring waarbij wij onszelf moeiteloos naar een hoger bewustzijn weten te leiden. Onze eigen wil kan dat niet bewerkstelligen, maar de goddelijke genade kan dat wel.
4.4.1.264De concentratie op het Andere moet zo volledig zijn dat we de woorden van Theresa Neumann kunnen beamen: Ik ben zo volledig alleen met mijn geliefde heiland dat ik absoluut geen tijd over heb om over mezelf na te denken.”
4.4.1.265Wanneer tijdens meditatie onze dwalende gedachten zijn gestopt en ons bewustzijn is gefocust, is onze volgende opgave – als wij daar al niet mee begonnen zijn – om ons met overgave, toewijding en liefde te richten op het meer goddelijke deel van onszelf. Als wij blijven doorgaan onze aandacht naar binnen te richten, gaat dit ons steeds gemakkelijker af totdat er geen inspanning meer nodig lijkt te zijn. Op dit punt wordt die inspanning vervangen door iets dat diep van binnenuit naar boven komt en het van ons overneemt. We blijven volkomen stil, passief en in onszelf gekeerd.
4.4.1.274Indien succesvol vervult meditatie twee doelen: het richt de geest naar binnen, bevrijdt deze van zijn fysieke gevangenschap, en verheft de geest tot een hemelse staat van vereniging met het Overzelf.
4.4.1.312De beoefening van meditatie vindt haar hoogtepunt in een ervaring waarbij degene die mediteert zijn ware zelf ervaart en van de pure liefde ervan kan genieten.
4.4.1.315In meditatie wordt het eerste begin van deze genade op dezelfde manier gevoeld als het begin van slaap; het is nauwelijks waarneembaar. Op het ene moment is het er helemaal niet, maar op het volgende is het begonnen zich te manifesteren.
4.4.1.318Hij weet dat het enkel aan zijn zwakke concentratievermogen ligt dat hij niet met zijn eigen diepere zelf in contact kan komen, en dat hij, enkel op de zeldzame momenten dat hij daar wel in slaagt, de werkelijk bestaande wereld van waarheid en zelfloosheid kan betreden. Hij weet dat meditatie een welvoorbereide geest niet voor de gek houdt of in slaap sust, maar in contact brengt met zijn eigen Overzelf.
4.4.1.327Als we dagelijks terugkeren naar het Centrum van ons wezen en de toegang daartoe openhouden door middel van meditatie, onttrekken wij ons steeds meer aan de overheersing van het lichaam en de eenzijdigheid van het intellect. Ofwel, wij worden steeds meer onszelf, en steeds minder beperkt door onze zintuigen.
4.4.1.328Als wij het vermogen kunnen ontwikkelen om onze meditatie te ondersteunen en afleidende gedachten weg te houden, kunnen we een meer afstandelijke kijk krijgen op wereldse zaken en een duidelijkere blik op spirituele zaken.
4.4.1.331Meditatie bewijst haar waarde en laat haar beste kant zien wanneer deze op zijn diepst is en overgaat in overpeinzing. Want dan stoppen gedachten met wervelen, komt het ego tot rust, en verdwijnt de wereld tesamen met de lasten van het lichamelijk leven.
4.4.1.341Door na te denken over Dat wat we zijn zal Het op een zeker ogenblik tot ons bewustzijn doordringen. Door Het te overdenken in de stilte waarin Het zich bevindt, zal Het zich als een duidelijke aanwezigheid kenbaar maken.
4.4.1.342Het gevoel van gewijde aanwezigheid gedurende de meditatie is in alle opzichten erg belangrijk. Het schept een kanaal waarlangs genade tot ons kan komen, ideeën kunnen worden uitgewisseld en ons karaker kan worden verheven.
4.4.1.348Precies zoals een roman ons verstrooiïng biedt en onze wereld voor een tijdje verandert, zo neemt een succesvolle meditatie ons mee naar een bewustzijn in een andere dimensie.
4.4.1.356Er ontstaat een vereniging tussen het menselijke en het goddelijke in ons; een avontuur in het zoeken en vinden van eenheid met het Overzelf.
4.4.1.365Wanneer onze sprituele oefeningen geen aansprekend resultaat opleveren, betekent dat nog niet dat onze inspanning tevergeefs geweest is. Wanneer we geloven dat we ons in de aanwezigheid van het Overzelf bevinden, en daar ondanks de vruchteloosheid van onze meditatie aan blijven vasthouden, zal dat ons op een dag op zijn minst een Glimp van Inzicht opleveren. Maar dan moeten we wél trouw dagelijks mediteren.
4.4.1.391Het verbeteren van het karakter is zowel een noodzakelijke opmaat tot, als een essentieel onderdeel van elke training in deze meditatiepraktijken. Zonder dat zal het zelfverwijt over elke inbreuk of zwakheid de vrede van het stille uur doordringen en verstoren.
4.4.1.488
16 feb 2016
24 feb 2016
12 apr 2016
24 maa 2023
24 feb 2024
17 apr 2013
12 jan 2024
29 jul 2019
4 jan 2024
15 apr 2014
9 apr 2014
25 jan 2024
17 maa 2023
26 jan 2024
15 dec 2021
17 okt 2011
2 apr 2014
10 maa 2016
6 jan 2024
16 feb 2022
14 jul 2023
14 mei 2023
13 jul 2016
25 aug 2019
20 jan 2020
20 jul 2011
14 jan 2012
24 nov 2012
23 aug 2023
22 nov 2022
22 dec 2023
18 jan 2024
25 jan 2023
8 aug 2022
24 maa 2022
15 okt 2022
5 dec 2022
6 dec 2022
18 jun 2023
29 feb 2012
2 apr 2022
1 nov 2015
6 feb 2018
25 nov 2015
1 jan 2024
12 dec 2015
7 maa 2024
4 jun 2012
30 sep 2018
22 maa 2024
5 dec 2023
14 feb 2017
11 jun 2015
10 sep 2022
22 okt 2022
3 jan 2020
13 feb 2021
The notebooks are copyright © 1984-1989 The Paul Brunton Philosophic Foundation
This site is run by Paul Brunton-stiftelsen · info@paulbruntondailynote.se